Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. resten:
  2. rest:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor resten (Nederlands) in het Engels

resten:

resten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de resten (overschotten)
    the surplusses; the balances

Vertaal Matrix voor resten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balances overschotten; resten saldi; saldo's
surplusses overschotten; resten

Verwante woorden van "resten":


Wiktionary: resten

resten
noun
  1. small portion remaining of a larger thing or group

Cross Translation:
FromToVia
resten stay; remain; stay over; abide; keep; rest; stop restercontinuer d’être à un endroit ou dans un état.

rest:

rest [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rest (het overgeblevene; overblijfsel; restant; laatste rest; overschot)
    the remains
    • remains [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de rest (surplus; teveel; overschot; agio; exces)
    the surplus
    • surplus [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de rest (overblijfsel)
    the rest; the balance; the residue; the residuum; the remainder; the residual
    – something left after other parts have been taken away 1
    • rest [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he threw away the rest1
    • balance [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he took what he wanted and I got the balance1
    • residue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • residuum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • remainder [the ~] zelfstandig naamwoord
      • there was no remainder1
    • residual [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balance overblijfsel; rest activa; balans; bascule; baten; bezit; equatie; evenwicht; evenwichtigheid; gelijkmaking; harmonie; rekeningsaldo; saldo; tegoed; vereffening; waag; weegbrug; weeghuis; weegschaal
remainder overblijfsel; rest
remains het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant bouwvallen; lap; ruïnes; staartje; stuk stof
residual overblijfsel; rest
residue overblijfsel; rest drab; droesem; grondsoppen; residu
residuum overblijfsel; rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; residu's; sediment; zetsel
rest overblijfsel; rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; ruststand; rustteken; sediment; steuntje; zetsel
surplus agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel batige saldo's; overdaad; overmaat; rijkelijke maat; surplus; teveel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balance balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren
rest relaxen; rusten; uitrusten; verpozen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
surplus batig; boventallig; overcompleet; overtollig; positief

Verwante woorden van "rest":


Wiktionary: rest

rest
noun
  1. wat er overblijft
rest
noun
  1. what remains after some has been removed
  2. mathematics: amount left over after repeatedly subtracting the divisor
  3. mathematics: number left over after a simple subtraction
  4. stick used to support the cue in snooker
  5. remainder

Cross Translation:
FromToVia
rest remnant; leftovers; rest; remains; remainder reste — Ce qui demeurer d’un tout, d’une plus grande quantité ; ce qui subsister d’une chose passée, tant au sens physique qu’au sens moral.
rest remainder; leftover résidu — Ce qui rester.