Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ruien:
  2. rui:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruien (Nederlands) in het Engels

ruien:

ruien werkwoord (rui, ruit, ruide, ruiden, geruid)

  1. ruien (verharen)
    to moult; be in moult

Conjugations for ruien:

o.t.t.
  1. rui
  2. ruit
  3. ruit
  4. ruien
  5. ruien
  6. ruien
o.v.t.
  1. ruide
  2. ruide
  3. ruide
  4. ruiden
  5. ruiden
  6. ruiden
v.t.t.
  1. heb geruid
  2. hebt geruid
  3. heeft geruid
  4. hebben geruid
  5. hebben geruid
  6. hebben geruid
v.v.t.
  1. had geruid
  2. had geruid
  3. had geruid
  4. hadden geruid
  5. hadden geruid
  6. hadden geruid
o.t.t.t.
  1. zal ruien
  2. zult ruien
  3. zal ruien
  4. zullen ruien
  5. zullen ruien
  6. zullen ruien
o.v.t.t.
  1. zou ruien
  2. zou ruien
  3. zou ruien
  4. zouden ruien
  5. zouden ruien
  6. zouden ruien
diversen
  1. rui!
  2. ruit!
  3. geruid
  4. ruiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ruien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moult rui; ruitijd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be in moult ruien; verharen
moult ruien; verharen

Verwante woorden van "ruien":


Wiktionary: ruien

ruien
verb
  1. (van vogels) op regelmatige tijden van veren wisselen
ruien
verb
  1. To shed or lose a covering of fur, feathers or skin etc.

ruien vorm van rui:

rui [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rui (ruitijd)
    the moulting period; the moult; the molting period

Vertaal Matrix voor rui:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
molting period rui; ruitijd
moult rui; ruitijd
moulting period rui; ruitijd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moult ruien; verharen

Verwante woorden van "rui":


Wiktionary: rui

rui
noun
  1. The process of shedding or losing a covering of fur, feathers or skin etc

Cross Translation:
FromToVia
rui moult MauserOrnithologie: das Wechseln des Gefieders bzw. der Federn bei Vogel