Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. saboteur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor saboteur (Nederlands) in het Engels

saboteur:

saboteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de saboteur
    the saboteur
    • saboteur [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saboteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saboteur saboteur

Verwante woorden van "saboteur":

  • saboteurs

Wiktionary: saboteur

saboteur
noun
  1. iemand die saboteert (sabotage pleegt)
saboteur
noun
  1. a person who intentionally causes the destruction of property