Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schermen:
  2. scherm:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schermen (Nederlands) in het Engels

schermen:

schermen werkwoord (scherm, schermt, schermde, schermden, geschermd)

  1. schermen
    to fence
    • fence werkwoord (fences, fenced, fencing)

Conjugations for schermen:

o.t.t.
  1. scherm
  2. schermt
  3. schermt
  4. schermen
  5. schermen
  6. schermen
o.v.t.
  1. schermde
  2. schermde
  3. schermde
  4. schermden
  5. schermden
  6. schermden
v.t.t.
  1. heb geschermd
  2. hebt geschermd
  3. heeft geschermd
  4. hebben geschermd
  5. hebben geschermd
  6. hebben geschermd
v.v.t.
  1. had geschermd
  2. had geschermd
  3. had geschermd
  4. hadden geschermd
  5. hadden geschermd
  6. hadden geschermd
o.t.t.t.
  1. zal schermen
  2. zult schermen
  3. zal schermen
  4. zullen schermen
  5. zullen schermen
  6. zullen schermen
o.v.t.t.
  1. zou schermen
  2. zou schermen
  3. zou schermen
  4. zouden schermen
  5. zouden schermen
  6. zouden schermen
en verder
  1. ben geschermd
  2. bent geschermd
  3. is geschermd
  4. zijn geschermd
  5. zijn geschermd
  6. zijn geschermd
diversen
  1. scherm!
  2. schermt!
  3. geschermd
  4. schermende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schermen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fence afrastering; afscheiding; afschutting; handelaar in gestolen goederen; hek; hekwerk; heler; omheining; omrastering; rasterwerk; schutting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fence schermen afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen

Verwante woorden van "schermen":


Wiktionary: schermen

schermen
noun
  1. sport

Cross Translation:
FromToVia
schermen fencing; swordplay escrime — Art de faire des armes ou exercice à l’épée, au sabre, au fleuret, à la baïonnette, etc., par lequel on apprendre à se battre.

schermen vorm van scherm:

scherm [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het scherm
    the screen
    • screen [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het scherm
    the screen
    – The graphic portion of a visual output device or Surface unit. 1
    • screen [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. het scherm
    the screen
    – A window that covers the full area of a display screen. 1
    • screen [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scherm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
screen scherm beeldscherm; kamerscherm; monitor; projectiescherm; raster; rastering; rasterwerk; rooster
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
screen afschotten; afschutten

Verwante woorden van "scherm":


Wiktionary: scherm

scherm
noun
  1. anything which protects or defends
  2. sci fi: an field of energy which protects or defends

Cross Translation:
FromToVia
scherm umbrella; parasol ombrelle — Petit parasol dont se servent surtout les femmes.