Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schuier:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuier (Nederlands) in het Engels

schuier:

schuier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schuier
    the sweeper
    • sweeper [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schuier (borstel)
    the brush
    • brush [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brush borstel; schuier borstel; haarborstel; sleepcontact; stoffer; veger; vossenstaart
sweeper schuier ausputzer; laatste man; libero
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brush borstelen; schampen

Verwante woorden van "schuier":

  • schuieren, schuiers, schuiertje