Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sneetje:
  2. snee:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sneetje (Nederlands) in het Engels

sneetje:

sneetje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sneetje (boterham; snee; plak brood)
    the slice of bread; the piece of bread; the piecie
  2. het sneetje (snijwondje)
    the incision; the incised wound; the cut

Vertaal Matrix voor sneetje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut sneetje; snijwondje bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; insnijding; jaap; keep; kerf; korting; kostenbesparing; ontering; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; snede; snee; snijwond; snit; snoeiing; verkorting; verlaging
incised wound sneetje; snijwondje
incision sneetje; snijwondje cesuur; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; snede; snee; snijwond
piece of bread boterham; plak brood; snee; sneetje
piecie boterham; plak brood; snee; sneetje
slice of bread boterham; plak brood; snee; sneetje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt

Verwante woorden van "sneetje":


Wiktionary: sneetje


Cross Translation:
FromToVia
sneetje scar balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.

sneetje vorm van snee:

snee [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de snee (boterham; sneetje; plak brood)
    the slice of bread; the piece of bread; the piecie
  2. de snee (inkeping; insnijding; jaap; snede)
    the incision; the indentation; the slash; the cut; the gash
    • incision [the ~] zelfstandig naamwoord
    • indentation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gash [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de snee (snijwond; snede)
    the incision; the knife wound; the cut; the wound
    • incision [the ~] zelfstandig naamwoord
    • knife wound [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wound [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut inkeping; insnijding; jaap; snede; snee; snijwond bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; coupure; inkeping; inkerving; inkrimping; keep; kerf; korting; kostenbesparing; ontering; prijsverlaging; prijsvermindering; reductie; sneetje; snijwondje; snit; snoeiing; verkorting; verlaging
gash inkeping; insnijding; jaap; snede; snee barst; gat; groef; hak; houw; houwen; inkeping; inkerving; japen; keep; kerf; kloof; opening; reet; scheur; slag met een scherp werktuig; sneden; split; uitsparing
incision inkeping; insnijding; jaap; snede; snee; snijwond cesuur; inkeping; inkerving; keep; kerf; sneetje; snijwondje
indentation inkeping; insnijding; jaap; snede; snee inspringing
knife wound snede; snee; snijwond
piece of bread boterham; plak brood; snee; sneetje
piecie boterham; plak brood; snee; sneetje
slash inkeping; insnijding; jaap; snede; snee hak; houw; inkeping; inkerving; insnijding; keep; kerf; slag met een scherp werktuig; slash; split
slice of bread boterham; plak brood; snee; sneetje
wound snede; snee; snijwond bit wond; kwetsuur; verwonding; wond
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; coifferen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; een knippend geluid maken; entameren; houtsnijden; in hout schrijven; in tweeën houwen; kappen; kerven; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snerpen; snijden; snijwerk maken; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen
slash in hout schrijven; kerven
wound bezeren; blesseren; krenken; kwetsen; schaden; verwonden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cut gekuist; gesneden; zedig gemaakt

Verwante woorden van "snee":


Wiktionary: snee

snee
noun
  1. inkeping gemaakt door het snijden met een mes of ander scherp voorwerp
  2. een afgeneden plak, meestal van brood
snee
noun
  1. opening resulting from cutting
  2. slice

Cross Translation:
FromToVia
snee scar balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.

Computer vertaling door derden: