Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spies:
  2. spie:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spies (Nederlands) in het Engels

spies:

spies [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spies (satéspies)
    the skewer; the kebab skewer
  2. de spies (vleespriem)
    the skewer
    • skewer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kebab skewer satéspies; spies
skewer satéspies; spies; vleespriem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skewer aan de spies rijgen; spietsen

Verwante woorden van "spies":


Wiktionary: spies

spies
noun
  1. pin used to secure food during cooking
  2. long stick with a sharp tip

spie:

spie [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spie (borgmoer)
    the cotter pin; the peg; the pin
    • cotter pin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peg [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pin [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cotter pin borgmoer; spie
peg borgmoer; spie borrel; haak; haakje; keg; keil; klem; muurplug; neut; ophanghaak; ophanghaakje; pen; pin; plug; staande receptie; wig
pin borgmoer; spie klem; pen; pin; speld; speldje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pin dichtspelden; pinnen; spelden; vastmaken; vastpinnen; vastprikken; vastspelden

Verwante woorden van "spie":

  • spies, spietje, spietjes

Wiktionary: spie

spie
noun
  1. simple machine

Cross Translation:
FromToVia
spie shim; cleat; wedge; chock cale — Pièce pour stabiliser
spie wedge coin — Pièce servant à fendre le bois ou la pierre

Verwante vertalingen van spies