Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stromen (Nederlands) in het Engels
stromen:
Conjugations for stromen:
o.t.t.
- stroom
- stroomt
- stroomt
- stromen
- stromen
- stromen
o.v.t.
- stroomde
- stroomde
- stroomde
- stroomden
- stroomden
- stroomden
v.t.t.
- heb gestroomd
- hebt gestroomd
- heeft gestroomd
- hebben gestroomd
- hebben gestroomd
- hebben gestroomd
v.v.t.
- had gestroomd
- had gestroomd
- had gestroomd
- hadden gestroomd
- hadden gestroomd
- hadden gestroomd
o.t.t.t.
- zal stromen
- zult stromen
- zal stromen
- zullen stromen
- zullen stromen
- zullen stromen
o.v.t.t.
- zou stromen
- zou stromen
- zou stromen
- zouden stromen
- zouden stromen
- zouden stromen
en verder
- ben gestroomd
- bent gestroomd
- is gestroomd
- zijn gestroomd
- zijn gestroomd
- zijn gestroomd
diversen
- stroom!
- stroomt!
- gestroomd
- stromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de stromen
Vertaal Matrix voor stromen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flow | drukte; gedrang; stroom; stroomdimensielid; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed | |
rivers | stromen | rivieren |
run | aanval; attaque; bestorming; hardloopwedstrijd; ladder; ladder in kous; loop; offensief; run; runs; stormaanval; stormloop; stormlopen | |
stream | beek; gegevensstroom; het toestromen; het toevloeien; hoogwater; rivier; stream; stroom; vloed | |
streams | stromen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flow | lopen; stromen; vloeien | golven; golvend bewegen; gulpen; gutsen; in stromen neerstorten; voortvloeien uit |
run | lopen; stromen; vloeien | administreren; beheren; besturen; draven; gaan; gulpen; gutsen; hard rennen; hardlopen; hollen; in elkaar overlopen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; ladderen; pezen; racen; rennen; sprinten; vervagen; vervloeien; vloeien; zich begeven |
stream | lopen; stromen; vloeien | voortvloeien uit |
Verwante woorden van "stromen":
Verwante definities voor "stromen":
stromen vorm van stroom:
-
de stroom (elektriciteit)
-
de stroom (elektriciteit)
the electricity -
de stroom (electrische stroom; energie)
-
de stroom (beek)
-
de stroom (rivier)
-
de stroom (stroomdimensielid)
Vertaal Matrix voor stroom:
Verwante woorden van "stroom":
Synoniemen voor "stroom":
Verwante definities voor "stroom":
Wiktionary: stroom
stroom
stroom
Cross Translation:
noun
-
the movement of a fluid
-
form of energy
-
time rate of flow of electric charge
-
part of a fluid that moves continuously in a certain direction
-
stream
-
a stream, or something like a stream; a flood
-
electricity supply
-
large stream which drains a landmass
-
any large flow of a liquid
-
small river
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stroom | → river | ↔ Fluss — größeres, fließendes Gewässer |
• stroom | → current; flow; stream | ↔ courant — Déplacement ordonné d’un fluide |
• stroom | → river | ↔ fleuve — géographie|fr cours d’eau qui se jeter généralement dans la mer ou dans l’océan. |
• stroom | → torrent; wave; flood | ↔ flot — masse liquide en mouvement. — usage Il est principalement d’usage au pluriel et il s’emploie quelquefois absolument pour désigner la mer, un fleuve, etc. |
• stroom | → river | ↔ rivière — Cours d'eau |
Computer vertaling door derden: