Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tanker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tanker (Nederlands) in het Engels

tanker:

tanker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tanker (tankschip)
    the tanker; the tank vessel; the tanker steamer
  2. de tanker
    the tanker
    • tanker [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tanker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tank vessel tanker; tankschip
tanker tanker; tankschip
tanker steamer tanker; tankschip

Verwante woorden van "tanker":

  • tankers

Wiktionary: tanker

tanker
noun
  1. scheepvaart|nld een speciaal gebouwd en uitgerust schip om vloeibare ladingen te vervoeren