Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal thuisblijven

Vertaal thuisblijven van Nederlands naar Engels

Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. thuisblijven:
  2. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor thuisblijven (Nederlands) in het Engels

thuisblijven:

thuisblijven werkwoord (blijf thuis, blijft thuis, bleef thuis, bleven thuis, thuisgebleven)

  1. thuisblijven
    to stay in; to stay at home
    • stay in werkwoord (stays in, stayed in, staying in)
    • stay at home werkwoord (stays at home, stayed at home, staying at home)

Conjugations for thuisblijven:

o.t.t.
  1. blijf thuis
  2. blijft thuis
  3. blijft thuis
  4. blijven thuis
  5. blijven thuis
  6. blijven thuis
o.v.t.
  1. bleef thuis
  2. bleef thuis
  3. bleef thuis
  4. bleven thuis
  5. bleven thuis
  6. bleven thuis
v.t.t.
  1. ben thuisgebleven
  2. bent thuisgebleven
  3. is thuisgebleven
  4. zijn thuisgebleven
  5. zijn thuisgebleven
  6. zijn thuisgebleven
v.v.t.
  1. was thuisgebleven
  2. was thuisgebleven
  3. was thuisgebleven
  4. waren thuisgebleven
  5. waren thuisgebleven
  6. waren thuisgebleven
o.t.t.t.
  1. zal thuisblijven
  2. zult thuisblijven
  3. zal thuisblijven
  4. zullen thuisblijven
  5. zullen thuisblijven
  6. zullen thuisblijven
o.v.t.t.
  1. zou thuisblijven
  2. zou thuisblijven
  3. zou thuisblijven
  4. zouden thuisblijven
  5. zouden thuisblijven
  6. zouden thuisblijven
diversen
  1. blijf thuis!
  2. blijft thuis!
  5. thuisgebleven
  6. thuisblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor thuisblijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stay at home thuisblijven
stay in thuisblijven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stay at home plaatsgebonden

Wiktionary: thuisblijven

thuisblijven
verb
  1. de eigen woning niet verlaten







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0155 seconde
Page rendered in 1.0 seconds