Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. toeleg:
  2. toeleggen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toeleg (Nederlands) in het Engels

toeleg:

toeleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toeleg
    the goal; the objective; the scheme; the intention
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • objective [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scheme [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toeleg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goal toeleg doel; doeleinde; doelpunt; doelstelling; doeltrap; goal; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; streven; treffer; voornemen
intention toeleg betekenis; doel; doeleinde; inhoud; intentie; inzet; moedwil; nut; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; voornemen; zin
objective toeleg bestemming; doel; doeleinde; doelstelling; einddoel; eindpunt; inzet; oogmerk; opzet; plan; planning; reisbestemming; streven
scheme toeleg doel; doeleinde; inzet; kleurenschema; opzet; plan; planning; schema; stelsel; streven; systeem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheme intrigeren; konkelen; kuipen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objective objectief; onpartijdig

Verwante woorden van "toeleg":


Wiktionary: toeleg


Cross Translation:
FromToVia
toeleg intention; plan; intent; aim; goal; purpose; target; butt; end; objective dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)
toeleg discussion; insinuation; proposal; intention; plan; intent; purpose proposparole échanger dans la conversation.

toeleg vorm van toeleggen:

toeleggen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. toeleggen
    the adding to

Vertaal Matrix voor toeleggen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adding to toeleggen

Verwante woorden van "toeleggen":