Nederlands
Uitgebreide vertaling voor veelheid (Nederlands) in het Engels
veelheid:
-
de veelheid (talrijkheid)
Vertaal Matrix voor veelheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abundance | talrijkheid; veelheid | luxe; overvloed; overvloedigheid; pracht; rijkelijkheid; weelde; weelderigheid |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abundance | van alles |
Verwante woorden van "veelheid":
veelheid vorm van veel:
-
veel (heel veel)
much; lots; very much; a lot; a good deal; a great deal– to a very great degree or extent 2-
much bijwoord
-
lots bijwoord
-
very much bijwoord
-
a lot bijwoord
-
a good deal bijwoord
-
a great deal bijwoord
-
Vertaal Matrix voor veel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lots | boel; heleboel; hoop | |
- | boel; hoop; massa; stoot | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
many | menig; menigeen; veel | menig |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
a good deal | heel veel; veel | |
a great deal | heel veel; veel | |
a lot | heel veel; veel | |
frequently | veel | dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier; vaak; veelvuldig |
lots | heel veel; veel | |
much | heel veel; veel | |
often | veel | dikwijls; doorgaans; frequent; geregeld; meermaals; meestal; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veelal; veelvuldig |
very much | heel veel; veel | heel erg veel; zeer veel |
- | dikwijls; vaak | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
many a time | veel | |
much | verreweg |
Verwante woorden van "veel":
Synoniemen voor "veel":
Antoniemen van "veel":
Verwante definities voor "veel":
Wiktionary: veel
veel
veel
Cross Translation:
adverb
determiner
interjection
-
(Hebrew/Yiddish) congratulations or good wishes, especially at weddings
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• veel | → much; many | ↔ viel — eine unbestimmte, große Menge von etwas; reichlich |
• veel | → numerous; many; large; multiple | ↔ nombreux — Qui être en grand nombre ; qui former d’un grand nombre d’éléments. |