Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verbouwend:
  2. verbouwen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbouwend (Nederlands) in het Engels

verbouwend:

verbouwend bijvoeglijk naamwoord

  1. verbouwend
    growing; cultivating

Vertaal Matrix voor verbouwend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivating aankweken; aanplanten; beschaven; bevorderen; cultiveren; kweken; ontwikkelen; planten; stimuleren; telen; verbouwen; vormen
growing aanfok; aangroei; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; aanwas; cultuur; fok; fokkerij; kweken; planten; reproductie; teelt; telen; uitdijen; uitdijing; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
growing verbouwend groeiend; in toenemende mate; meer en meer; toenemend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivating verbouwend

verbouwend vorm van verbouwen:

verbouwen werkwoord (verbouw, verbouwt, verbouwde, verbouwden, verbouwd)

  1. verbouwen (vertimmeren)
    to rebuild; to reconstruct
    • rebuild werkwoord (rebuilds, rebuilded, rebuilding)
    • reconstruct werkwoord (reconstructs, reconstructed, reconstructing)
  2. verbouwen (telen; kweken; fokken; )
    to cultivate; to breed; to clone
    • cultivate werkwoord (cultivates, cultivated, cultivating)
    • breed werkwoord (breeds, bred, breeding)
    • clone werkwoord (clones, cloned, cloning)

Conjugations for verbouwen:

o.t.t.
  1. verbouw
  2. verbouwt
  3. verbouwt
  4. verbouwen
  5. verbouwen
  6. verbouwen
o.v.t.
  1. verbouwde
  2. verbouwde
  3. verbouwde
  4. verbouwden
  5. verbouwden
  6. verbouwden
v.t.t.
  1. heb verbouwd
  2. hebt verbouwd
  3. heeft verbouwd
  4. hebben verbouwd
  5. hebben verbouwd
  6. hebben verbouwd
v.v.t.
  1. had verbouwd
  2. had verbouwd
  3. had verbouwd
  4. hadden verbouwd
  5. hadden verbouwd
  6. hadden verbouwd
o.t.t.t.
  1. zal verbouwen
  2. zult verbouwen
  3. zal verbouwen
  4. zullen verbouwen
  5. zullen verbouwen
  6. zullen verbouwen
o.v.t.t.
  1. zou verbouwen
  2. zou verbouwen
  3. zou verbouwen
  4. zouden verbouwen
  5. zouden verbouwen
  6. zouden verbouwen
diversen
  1. verbouw!
  2. verbouwt!
  3. verbouwd
  4. verbouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verbouwen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verbouwen (telen; kweken)
    the cultivating; the growing; the raising; the breeding

Vertaal Matrix voor verbouwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breeding kweken; telen; verbouwen aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting
clone kloon
cultivating kweken; telen; verbouwen aankweken; aanplanten; beschaven; bevorderen; cultiveren; ontwikkelen; planten; stimuleren; vormen
growing kweken; telen; verbouwen aanfok; aangroei; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; aanwas; cultuur; fok; fokkerij; kweken; planten; reproductie; teelt; uitdijen; uitdijing; verbouw; voortbrenging; voortplanting
raising kweken; telen; verbouwen aanheffen; het omhoogheffen; inzetten; omhoog werpen; opheffing; opwerpen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breed aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen fokken; kweken; opfokken
clone aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen klonen
cultivate aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen beschaven; civiliseren; cultiveren; fokken; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opfokken; voor landbouw klaar maken
rebuild verbouwen; vertimmeren herbouwen; opnieuw bouwen; opnieuw laten afspelen; reconstrueren
reconstruct verbouwen; vertimmeren opnieuw laten afspelen; reconstrueren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
growing groeiend; in toenemende mate; meer en meer; toenemend; verbouwend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivating verbouwend

Wiktionary: verbouwen

verbouwen
verb
  1. anders bouwen
  2. planten telen
verbouwen
verb
  1. grow plants, notably crops

Cross Translation:
FromToVia
verbouwen cultivate; grow cultivertravailler une terre pour la rendre plus fertile et pour améliorer ses productions.