Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verpauperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verpauperen (Nederlands) in het Engels

verpauperen:

verpauperen werkwoord (verpauper, verpaupert, verpauperde, verpauperden, verpauperd)

  1. verpauperen (verarmen)
    to impoverish; to pauperize; to pauperise
    • impoverish werkwoord (impoverishes, impoverished, impoverishing)
    • pauperize werkwoord, Amerikaans (pauperizes, pauperized, pauperizing)
    • pauperise werkwoord, Brits

Conjugations for verpauperen:

o.t.t.
  1. verpauper
  2. verpaupert
  3. verpaupert
  4. verpauperen
  5. verpauperen
  6. verpauperen
o.v.t.
  1. verpauperde
  2. verpauperde
  3. verpauperde
  4. verpauperden
  5. verpauperden
  6. verpauperden
v.t.t.
  1. ben verpauperd
  2. bent verpauperd
  3. is verpauperd
  4. zijn verpauperd
  5. zijn verpauperd
  6. zijn verpauperd
v.v.t.
  1. was verpauperd
  2. was verpauperd
  3. was verpauperd
  4. waren verpauperd
  5. waren verpauperd
  6. waren verpauperd
o.t.t.t.
  1. zal verpauperen
  2. zult verpauperen
  3. zal verpauperen
  4. zullen verpauperen
  5. zullen verpauperen
  6. zullen verpauperen
o.v.t.t.
  1. zou verpauperen
  2. zou verpauperen
  3. zou verpauperen
  4. zouden verpauperen
  5. zouden verpauperen
  6. zouden verpauperen
diversen
  1. verpauper!
  2. verpaupert!
  3. verpauperd
  4. verpauperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verpauperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impoverish verarmen; verpauperen
pauperise verarmen; verpauperen
pauperize verarmen; verpauperen