Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vlekken:
  2. vlek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlekken (Nederlands) in het Engels

vlekken:

vlekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vlekken
    the stains
    • stains [the ~] zelfstandig naamwoord

vlekken werkwoord (vlek, vlekt, vlekte, vlekten, gevlekt)

  1. vlekken (smetten; afgeven; bevlekken)
    to blemish; to stain
    • blemish werkwoord (blemishes, blemished, blemishing)
    • stain werkwoord (stains, stained, staining)
  2. vlekken (morsen; knoeien; kladden)
    to spill; to mess; slop
    • spill werkwoord (spills, spilled, spilling)
    • mess werkwoord (messes, messed, messing)
    • slop werkwoord

Conjugations for vlekken:

o.t.t.
  1. vlek
  2. vlekt
  3. vlekt
  4. vlekken
  5. vlekken
  6. vlekken
o.v.t.
  1. vlekte
  2. vlekte
  3. vlekte
  4. vlekten
  5. vlekten
  6. vlekten
v.t.t.
  1. heb gevlekt
  2. hebt gevlekt
  3. heeft gevlekt
  4. hebben gevlekt
  5. hebben gevlekt
  6. hebben gevlekt
v.v.t.
  1. had gevlekt
  2. had gevlekt
  3. had gevlekt
  4. hadden gevlekt
  5. hadden gevlekt
  6. hadden gevlekt
o.t.t.t.
  1. zal vlekken
  2. zult vlekken
  3. zal vlekken
  4. zullen vlekken
  5. zullen vlekken
  6. zullen vlekken
o.v.t.t.
  1. zou vlekken
  2. zou vlekken
  3. zou vlekken
  4. zouden vlekken
  5. zouden vlekken
  6. zouden vlekken
diversen
  1. vlek!
  2. vlekt!
  3. gevlekt
  4. vlekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vlekken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mess bedrog; bende; berg; bocht; chaos; geklieder; heisa; heksenketel; hoop; keet; kliederboel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; opeenhoping; oplichterij; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje; zwendelarij
spill lek; lekkage
stain beits; moesje; nop; schandmerk; schandvlek; smet; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; vuile plek
stains vlekken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blemish afgeven; bevlekken; smetten; vlekken aantasten; bezoedelen; eer door het slijk halen; verontreinigen; vervuilen; viesmaken; vuilmaken
mess kladden; knoeien; morsen; vlekken aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; klooien; rotzooien; verdoen; verspillen
slop kladden; knoeien; morsen; vlekken verdoen; verspillen
spill kladden; knoeien; morsen; vlekken verdoen; verspillen
stain afgeven; bevlekken; smetten; vlekken beitsen; besmeuren; bevlekken; bezoedelen

Verwante woorden van "vlekken":


vlekken vorm van vlek:

vlek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlek (smet)
    the stain; the spot
    • stain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vlek (nop; spat; stip; )
    the spatter; the spot; the blot; the speck; the stain; the dirt-mark
    • spatter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • speck [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt-mark [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de vlek (vuile plek)
    the dirty spot; the stain
    • dirty spot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stain [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blot moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
dirt-mark moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
dirty spot vlek; vuile plek
spatter moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
speck moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje spikkel
spot moesje; nop; smet; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje plekje; puist; pukkel; reclamespot; spot
stain moesje; nop; smet; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; vuile plek beits; schandmerk; schandvlek; smet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blot bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; kladderen; kliederen; klodderen
spatter spatten; spetteren
spot ontdekken; ontwaren; opsporen
stain afgeven; beitsen; besmeuren; bevlekken; bezoedelen; smetten; vlekken

Verwante woorden van "vlek":


Verwante definities voor "vlek":

  1. plek met een andere kleur dan de omgeving1
    • ze heeft allemaal vlekken op haar huid1
  2. vuile plek1
    • er zit een vlek in je jas1

Wiktionary: vlek

vlek
noun
  1. blemish, spot or stain
  2. stain
  3. a round or irregular patch of a different color
  4. discoloured spot or area
verb
  1. stain; leave a spot

Cross Translation:
FromToVia
vlek hamlet; village; township hameau — En milieu rural, groupe d’habitations à l’écart d’une commune, à laquelle il rattacher administrativement.
vlek stain; blot; spot tache — Souillure sur quelque chose
vlek spot tache — Marque de couleur différente sur certaines parties d’un végétal
vlek spot tache — Partie obscure sur le disque d’un objet céleste naturel
vlek stain; dent tache — Ce qui blesse l’honneur, la réputation

Computer vertaling door derden: