Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voegwoorden:
  2. voegwoord:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voegwoorden (Nederlands) in het Engels

voegwoorden:

voegwoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de voegwoorden (koppelwoorden)
    the conjunctions; the link words; the copulatives

Vertaal Matrix voor voegwoorden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conjunctions koppelwoorden; voegwoorden
copulatives koppelwoorden; voegwoorden
link words koppelwoorden; voegwoorden

Verwante woorden van "voegwoorden":


voegwoorden vorm van voegwoord:

voegwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voegwoord (koppelwoord)
    the conjunction; the copulative; the link word

Vertaal Matrix voor voegwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conjunction koppelwoord; voegwoord
copulative koppelwoord; voegwoord
link word koppelwoord; voegwoord

Verwante woorden van "voegwoord":


Wiktionary: voegwoord

voegwoord
noun
  1. (grammatica, nld) een woord dat twee zinsdelen met elkaar verbindt (woordsoort)
voegwoord
noun
  1. grammar: word used to join words or phrases

Cross Translation:
FromToVia
voegwoord conjunction KonjunktionLinguistik: im weiteren Sinn alle nicht flektierbaren, nicht satzgliedfähigen Wörter, die der Verbindung zwischen Wörtern oder Wortgruppen dienen, im engeren Sinn im Gegensatz zu Subjunktion sind Konjunktionen Wörter, die syntaktisch gleichrangige Wörter oder Wortgruppen verbinden (= koordinierende
voegwoord conjunction conjonction — Partie du discours.