Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vruchtbaar:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor vruchtbaar:
    • fertile, fruitful, fruitfull


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vruchtbaar (Nederlands) in het Engels

vruchtbaar:

vruchtbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. vruchtbaar (winstgevend; lucratief; lonend; )
    profitable; advantageous; valuable; lucrative; rewarding; to advantage

Vertaal Matrix voor vruchtbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advantageous lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut
lucrative lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
profitable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
rewarding lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
valuable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend kostbaar; verdienstelijk; waardevol
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
to advantage lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend

Verwante woorden van "vruchtbaar":


Wiktionary: vruchtbaar

vruchtbaar
adjective
  1. in staat vrucht af te werpen
  2. tot resultaat leidend
vruchtbaar
adjective
  1. productive, yielding benefits
  2. favorable to the growth
  3. (of land etc) capable of growing abundant crops
  4. Fertile, producing offspring or fruit in great abundance

Cross Translation:
FromToVia
vruchtbaar fruitful fruchtbarübertragen: mit Erfolg
vruchtbaar fertile; fruitful; productive fruitier — Qui porter des fruits ; qui concerne les fruits.
vruchtbaar fertile; fecund fécond — Qui produire, qui peut produire beaucoup par voie de génération, parlant des femmes, des animaux.