Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zes:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zes (Nederlands) in het Engels

zes:

zes [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zes
    the six
    • six [the ~] zelfstandig naamwoord

zes bijvoeglijk naamwoord

  1. zes
    six; vi; half dozen; half-dozen; 6
    – denoting a quantity consisting of six items or units 1
    • six bijvoeglijk naamwoord
    • vi bijvoeglijk naamwoord
    • half dozen bijvoeglijk naamwoord
    • half-dozen bijvoeglijk naamwoord
    • 6 bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
six zes zestal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
6 zes
half dozen zes
half-dozen zes
six zes
vi zes
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
six zes

Verwante woorden van "zes":

  • zessen

Wiktionary: zes

zes
noun
  1. het gehele getal tussen vijf en zeven, in Arabische cijfers 6, in Romeinse cijfers VI
zes
numeral
  1. cardinal number

Cross Translation:
FromToVia
zes six sechs — sechs, die Zahl zwischen fünf und sieben
zes six six — Le nombre 6. Un objet numéroté 6.

Verwante vertalingen van zes