Recente nederlandse Woorden:
binnenland deal aanwezigen plaat plaatje plaatjes doorstikken gesuis schoolklas volgorde overbodig opslag ontdekken herstructurering sommeren onnodig flakkeren flakker baanbreker papegaai uitbetaling vertrouweling omdat aangroeien veerkrachtig toespelen zodat bloedvat turbulent kandelaber gedecideerd gedecideerdheid omzet omzetten binnengaan mettertijd tapbout aura beheersen deelgerechtigdheid B ondernemen ondernemend samenbundelen uitvallen binnenproppen druppel druppelen erotisch tegenspraak grondsop hardhoofdigheid extravagant RAM gemoedstoestand toegankelijk volhouden toegankelijkheid volhoudend intransitief lallen schijnheilig gesp gespen kruis kruizen schriel crisis tevredenstelling terugbetalen personage geheim achterstellen achterstel plensbui aarzelen snert mechanisme onappetijtelijk uitlandig verleidelijk verleidelijkheid goederen tegenstrever nieuwigheid popmuziek verontrusten hongerigheid gelovig zwerven toekomst moeilijk moeilijkheid ertslaag opleider effectief membraan aanlokken verontrust lostornen stokebrand stokebranden anticiperen subsidie slip slipje slagzwaard slagzwaarden klankkleur suspenderen boekdeel raadgeving geritsel definiëren rijmpje industrie eerbewijs informatie redmiddel berechting ziekte zieken vermoeien studentencorps zelfverzekerd toerekeningsvatbaar certificeren spreiden gespreid koerslijn doorzichtig doorzichtigheid ganja bediening verstopt picobello verstoptheid onbeschaafd opstuwen platen omsingelen omsingeld spinnijdig matrijs epos verwerkelijken uitspanning voordat verkeersopstopping terugroepen terugroep geloop zetel zetels procureur-generaal pisglas doorhouwen bergruimte geslachtsdrift minderen alledaags klaar-over beschadiging beschadigingen applaudisseren verzwakken collectie declaratie decoreren spoorlijn instulpen gemoedsgesteldheid afhandelen manie smeris voorslaan eindje puntig contractbreuk griffen gozer luchtje bedragen eerzuchtig verrekenen Overzicht afzien substantief ventileren woonkamer ontheffen onderkant ouverture omlijsten samentellen grensgebied betrachten opwachten hoofdweg toezicht
Recente spaanse Woorden:
quitarse fauces demoniaco importante consecuencia consecuencias almacén escarabajear salarse partícula aparición construir tantear descifrar lengua fuente mujer-niña involucrar ir irse vamos chapuzo malograr malograrse malogro pronóstico referir amargarse infiltrarse cadenita justa carca aprovechar consumición atomizar personas polonesa enfocar erguirse cucharilla Malí hilvanar Mali sacarina sacarino chiste chistar esgrimir esgrima resplandeciente circunferencia irrefrenable solicitado sujetar sujeto abogacía ensimismamiento pedazo prácticamente pinche dote fuerte pontón padecimiento cadera repartidor Posición berrear bribón bribones amariposado empaste dubitativo boquiabierto amaneramiento actuación brío suplente reacio lingote precintar precinto reclusión adiestrar etc. burlar burlarse burla pertenecer pretexto pretextar fermentación anteojera siembra respirar respiro calculación robar irregularidad estiramiento adecentar aclaración cláusula cima cimas guerra distensión inconstante el él decente enloquecido selección decentarse Selección dibujar dibujo dibujarse fructuoso encuentrar figurar relajamiento velocidad alado selecto cachondo pulido irrevocable mostrar apostarse declinación liturgia experimentar bolsillo experimento luminancia tránsito retrasar retratar fulminante profesor profesora destrozo destrozos abalorio inefable hermetismo examinar devoto nómina azucarado aumentar chaladura diario cualquiera portero comandar comanda pocilga acanalado cargadero pijo preservar tramaño acoger conjeturar conjetura reponerse forzado montadura enojar enojarse enojado esfumado desatrancar limpiador limpiadora loquillo amputación mientras presente percha formular recompensar recompensa cincelar puerto anteayer irrisorio descaradamente emplear rectitud corralito amenazador paseante declaración retorcido milagro categórico blasfemia