Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. buit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buit (Nederlands) in het Spaans

buit:

buit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buit (vangst)
    la captura; el botín
    • captura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • botín [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
botín buit; vangst prooi; prooidier
captura buit; vangst onderschepping; prooi; prooidier; trap; vangst; vrijheidsstraf

Verwante woorden van "buit":


Wiktionary: buit

buit
noun
  1. goederen gewonnen door diefstaf of verovering

Cross Translation:
FromToVia
buit botín booty — plunder
buit botín; saqueo plunder — loot attained by plundering
buit botín prize — something captured
buit botín spoil — plunder taken from an enemy or victim
buit adquisición; compra; ganancia acquisitionaction d’acquérir.
buit adquisición; ganancia; botín butin — Ce que l’on prendre sur les ennemis.
buit presa gibier — chasse|fr animal sauvages comestibles qu’on prendre à la chasse.
buit adquisición; compra; ganancia obtention — Action d’obtenir.
buit presa; botín proie — Traductions à trier suivant le sens