Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. krakelen:
  2. krakeel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krakelen (Nederlands) in het Spaans

krakelen:

krakelen werkwoord

  1. krakelen (ruzie maken; ruziën; twisten; kiften; kijven)
    disputar; discutir; pelear; regañar; altercar

Vertaal Matrix voor krakelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discutir ruzie maken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
altercar kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten ruzie hebben
discutir kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten argumenteren; bakkeleien; bediscussiëren; bekvechten; bepraten; bespreken; debatteren; discussiëren; disputeren; doorpraten; doorspreken; hakketakken; overleg voeren; praten over; protesteren; redetwisten; ruzie hebben; ruzieën; tegenspreken; tegenwerpen; twisten; uitpraten; uitspreken; weerspreken
disputar kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten argumenteren; debatteren; discussiëren; disputeren; redetwisten; twisten
pelear kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; een strijd houden; kampen; knokken; matten; met iemand worstelen; strijd voeren; strijden; vechten; worstelen
regañar kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten beknorren; berispen; manen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; sakkeren; terechtwijzen; vermanen; waarschuwen

Verwante woorden van "krakelen":


Wiktionary: krakelen

krakelen
verb
  1. intr|nld luidruchtig ruzie maken

krakelen vorm van krakeel:

krakeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het krakeel (drukte; heisa)
    el ajetreo; el lío; la disputa; la riña; el follón
    • ajetreo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • disputa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • riña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • follón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krakeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ajetreo drukte; heisa; krakeel drukte; gedoe; gedraaf; gedrang; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker; getob; omhaal; rompslomp; toeloop; toevloed; veel gedoe
disputa drukte; heisa; krakeel argument; debat; discussie; dispuut; feit; gebakkelei; gebeurtenis; gedachtenverandering; gedachtewisseling; gehakketak; gekibbel; gekif; gekijf; gekrakeel; geruzie; geschil; gesprek; handgemeen; incident; kwestie; onenigheid; probleem; redestrijd; redetwist; ruzie; schermutseling; twist; twistgesprek; voorval; vraagstuk; woordenstrijd; woordenwisseling
follón drukte; heisa; krakeel gedonderjaag; gedram; geharrewar; gemekker; geravot; gestoei; gezanik; gezeur; stoeierij; stoeipartij
lío drukte; heisa; krakeel affaire; bos; bundel; complicatie; drukte; gedoe; geharrewar; heisa; intrige; liaison; liefdesrelatie; omhaal; plot; probleem; relatie; rottigheid; scharrelpartijtje; toestand; verhouding; verwikkeling; vrijage
riña drukte; heisa; krakeel gebakkelei; gehakketak; geharrewar; gekibbel; gekif; gekijf; gekrakeel; gelazer; geruzie; narigheid; trammelant; vechtpartij

Verwante woorden van "krakeel":