Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achteruitkijken (Nederlands) in het Spaans

achteruitkijken:

achteruitkijken werkwoord (kijk achteruit, kijkt achteruit, keek achteruit, keken achteruit, achteruitgekeken)

  1. achteruitkijken (omzien; terugkijken; omkijken)

Conjugations for achteruitkijken:

o.t.t.
  1. kijk achteruit
  2. kijkt achteruit
  3. kijkt achteruit
  4. kijken achteruit
  5. kijken achteruit
  6. kijken achteruit
o.v.t.
  1. keek achteruit
  2. keek achteruit
  3. keek achteruit
  4. keken achteruit
  5. keken achteruit
  6. keken achteruit
v.t.t.
  1. heb achteruitgekeken
  2. hebt achteruitgekeken
  3. heeft achteruitgekeken
  4. hebben achteruitgekeken
  5. hebben achteruitgekeken
  6. hebben achteruitgekeken
v.v.t.
  1. had achteruitgekeken
  2. had achteruitgekeken
  3. had achteruitgekeken
  4. hadden achteruitgekeken
  5. hadden achteruitgekeken
  6. hadden achteruitgekeken
o.t.t.t.
  1. zal achteruitkijken
  2. zult achteruitkijken
  3. zal achteruitkijken
  4. zullen achteruitkijken
  5. zullen achteruitkijken
  6. zullen achteruitkijken
o.v.t.t.
  1. zou achteruitkijken
  2. zou achteruitkijken
  3. zou achteruitkijken
  4. zouden achteruitkijken
  5. zouden achteruitkijken
  6. zouden achteruitkijken
diversen
  1. kijk achteruit!
  2. kijkt achteruit!
  3. achteruitgekeken
  4. achteruitkijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor achteruitkijken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mirar atrás achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken
mirar hacia atrás achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken nakijken; nazien
mirar para atrás achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken
volver la cabeza achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken nakijken; nazien
volver la mirada achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken nakijken; nazien
volver la vista achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken nakijken; nazien
volver la vista atrás achteruitkijken; omkijken; omzien; terugkijken nakijken; nazien; terugblikken