Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afstoppen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afstoppen (Nederlands) in het Spaans

afstoppen:

afstoppen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afstoppen (stoppen)
    el tapar; el obturar
    • tapar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • obturar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afstoppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obturar afstoppen; stoppen
tapar afstoppen; stoppen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tapar afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; beschermen; beschutten; camoufleren; dichtdoen; dichten; dichtgooien; dichtmaken; dichtslaan; dichtstoppen; dichtwerpen; gaten stoppen; in omgeving op laten gaan; overtrekken; sluiten; stoppen; toedoen; toestoppen; toetrekken