Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. agitatoren:
  2. agitator:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agitatoren (Nederlands) in het Spaans

agitatoren:

agitatoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de agitatoren (oproerkraaiers; opruiers)
    el revoltosos; el perturbador; el instigadores; el agitadores; el incitadores

Vertaal Matrix voor agitatoren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitadores agitatoren; oproerkraaiers; opruiers opstokers
incitadores agitatoren; oproerkraaiers; opruiers opstokers
instigadores agitatoren; oproerkraaiers; opruiers aanstichters; opstokers; raddraaiers
perturbador agitatoren; oproerkraaiers; opruiers druktemaker; herrieschopper; onruststoker; oproerkraaier; opstokers; rustverstoorder; stokebrand; zenuwlijder
revoltosos agitatoren; oproerkraaiers; opruiers opstokers

Verwante woorden van "agitatoren":


agitator:

agitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de agitator (stokebrand; opruier; intrigant; opstoker; stoker)
    el agitador

Vertaal Matrix voor agitator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitador agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker belhamel; druktemaker; herrieschopper; onruststoker; opstandeling; provocateur; raddraaier; raddraaister; rebel; zenuwlijder

Verwante woorden van "agitator":


Wiktionary: agitator

agitator
noun
  1. onruststoker

Cross Translation:
FromToVia
agitator agitador agitateur — Celui qui agiter une assemblée, une foule, en vue d’y causer du trouble.