Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. apparaten:
  2. apparaat:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor apparaten (Nederlands) in het Spaans

apparaten:

apparaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de apparaten (toestellen)
    el aparatos; el teléfonos

Vertaal Matrix voor apparaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparatos apparaten; toestellen apparatuur; machine
teléfonos apparaten; toestellen telefoons; telefoontoestellen

Verwante woorden van "apparaten":


apparaat:

apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het apparaat (toestel)
    el aparato; la máquina
    • aparato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • máquina [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het apparaat

Vertaal Matrix voor apparaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparato apparaat; toestel apparatuur; gebruiksvoorwerp; machine
máquina apparaat; toestel apparatuur; machine
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispositivo apparaat mobiele telefoon

Verwante woorden van "apparaat":


Verwante definities voor "apparaat":

  1. toestel waarmee je iets kunt doen1
    • met dit apparaat kun je sinaasappels uitpersen1

Wiktionary: apparaat

apparaat
noun
  1. een min of meer samengesteld werktuig

Cross Translation:
FromToVia
apparaat aparato; equipo apparatus — complex machine or instrument
apparaat dispositivo; mecanismo device — piece of equipment
apparaat instrumento instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.