Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. automobilisten:
  2. automobilist:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor automobilisten (Nederlands) in het Spaans

automobilisten:

automobilisten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de automobilisten
    el automovilistas

Vertaal Matrix voor automobilisten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automovilistas automobilisten

Verwante woorden van "automobilisten":


automobilist:

automobilist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de automobilist (autobezitter)
    el automovilista

Vertaal Matrix voor automobilist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automovilista autobezitter; automobilist

Verwante woorden van "automobilist":


Verwante definities voor "automobilist":

  1. wie een auto bestuurt1
    • deze automobilist heeft teveel gedronken1

Wiktionary: automobilist

automobilist
noun
  1. een bestuurder van een auto

Cross Translation:
FromToVia
automobilist motorista motorist — one who drives a motor vehicle
automobilist automovilista automobiliste — Celui, celle qui conduit une automobile.