Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bankschuld:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bankschuld (Nederlands) in het Spaans

bankschuld:

bankschuld [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bankschuld (debet; tekort; tekortsaldo)
    la deuda bancaria; el debe; el débito; el saldo negativo; el déficit

Vertaal Matrix voor bankschuld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debe bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo
deuda bancaria bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo
débito bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo debet
déficit bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo deficit; gebrek; krapte; schaarsheid; schaarste; tekort
saldo negativo bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo negatief saldo