Nederlands

Uitgebreide vertaling voor barheid (Nederlands) in het Spaans

barheid:

barheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. barheid
    el miseria
    • miseria [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor barheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
miseria barheid armoede; armzaligheid; behoeftigheid; catastrofe; chagrijn; droefenis; ellende; ergernis; gebrek; gelazer; gemekker; gezanik; gezeur; hulpbehoevendheid; karigheid; kommer; kwel; leed; misère; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheid; nood; noodwendigheid; penarie; pijn; poverheid; probleem; problemen; ramp; schamelheid; schraalheid; sores; tegenslagen; trammelant; treurigheid; treurnis; verdriet; zorgen

Verwante woorden van "barheid":


barheid vorm van bar:

bar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bar (café; kroeg; taveerne; lokaliteit; tapperij)
    el bar; el café; la cafetería; la taberna; la tasca; la posada; la bayuca; el tenedor; la sala; el establecimiento; el merendero; el pegamento; la venta; el mesón; el salón de té; el local; el apuro; la masilla; el restaurante
    • bar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • café [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cafetería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • taberna [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tasca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • posada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bayuca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tenedor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sala [la ~] zelfstandig naamwoord
    • establecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • merendero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pegamento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • venta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mesón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • salón de té [el ~] zelfstandig naamwoord
    • local [el ~] zelfstandig naamwoord
    • apuro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • masilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • restaurante [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bar (tapkast; spon; drankbuffet; )
    el mostrador; la barra; el bufe
    • mostrador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bufe [el ~] zelfstandig naamwoord

bar bijvoeglijk naamwoord

  1. bar (onbegroeid)
    calvo
    • calvo bijvoeglijk naamwoord
  2. bar (armzalig; ellendig; erg; )
    miserable; terrible; abominable; triste; lamentable; deplorable; pobre; mísero

Vertaal Matrix voor bar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apuro bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne gelazer; narigheid; trammelant
bar bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; espressobar; foyer; frituur; gelagkamer; herberg; knijp; koffiehuis; koffiekamer; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; patatkraam; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
barra bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balk; balkonhek; balustrade; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; kuip; reep; rij; spijl; staaf; stijl; tobbe; tralie; uitspanning; volume; waskuip; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
bayuca bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne knijp; uitspanning
bufe bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog buffet; koud buffet; uitspanning
cafetería bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne bistro; cafetaria; café; café-hotel; coffeeshop; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; eetzaal; espressobar; frituur; gelagkamer; herberg; kantine; knijp; koffiehuis; koffieshop; koffietent; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; patatkraam; restaurant; restauratie; restauratiezaal; schaftlokaal; snackbar; snelbuffet; stationsrestauratie; tapperij; taveerne; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
café bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne biercafé; café; espressobar; frituur; gelagkamer; koffie; koffiehuis; koffieshop; patatkraam; theehuis; uitspanning
establecimiento bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; grondlegging; herberg; het stichten; instelling; knijp; nederzetting; oprichting; stichting; vestiging
local bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; herberg; knijp; leslokaal; lokaal; schoollokaal; vaklokaal
masilla bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne hokje; hol; hol van een dier; knijp; leger; plamuur; plamuursel; schuilplaats; stopverf
merendero bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne lunchlokaliteit; lunchroom; strandtent; uitspanning
mesón bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; herberg; knijp; uitspanning
miserable ellendeling; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lomperd; mispunt; proleet; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; vlegel
mostrador bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balie; counter; incheckbalie; toog; toonbank
pegamento bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne hokje; hol; hol van een dier; kit; kleefmiddel; kleefpasta; kleefstof; knijp; leger; lijm; plak; plakmiddel; plaksel; schuilplaats
pobre arme drommel; armoedzaaiers; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; ongelukkige; pauper; stakkerd; sukkelaar
posada bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne buitencafé; café-hotel; herberg; knijp; uitspanning; uitspanningsoord
restaurante bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne buitencafé; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; lunchlokaliteit; lunchroom; restaurant; restauratie; uitspanning
sala bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne aparte vergaderruimte; café-hotel; grote kamer; herberg; knijp; ruimte; veranda; zaal
salón de té bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne espressobar; koffiehuis; koffieshop; lunchlokaliteit; lunchroom; restauratie; stationsrestauratie; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
taberna bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; gelagkamer; herberg; knijp; kroeg; restaurant; restauratie; tapperij; taveerne; uitspanning
tasca bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; herberg; knijp; kroeg; tapperij; taveerne; uitspanning
tenedor bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne espressobar; koffiehuis; koffieshop; restauratie; stationsrestauratie; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
venta bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne afzet; buitencafé; knijp; omzet; uitspanning; verkoop
- café; kroeg
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
local hier en daar; lokaal; on-premises; plaatselijk; plaatsgebonden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abominable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; armzalig; atheïstisch; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; goddeloos; godloos; gruwelijk; karig; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; naar; ontzettend; pover; schamel; schandalig; schandelijk; schraal; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk
calvo bar; onbegroeid kaal; kaalhoofdig; onbehaard; zonder haar
deplorable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armzalig; bedonderd; bedrukt; beklagenswaardig; belazerd; beroerd; betreurenswaardig; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; ernstig; gedrukt; godgeklaagd; grauw; hemeltergend; jammer; jammerlijk; karig; kwalijk; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; pover; rouwig; schamel; schraal; sneu; somber; spijtig; stakkerig; teleurstellend; ten hemel schreiend; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; van bedenkelijke aard; verdrietig; vreugdeloos; week; zeer ergerlijk; zielig; zwak
lamentable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig akelig; armoedig; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; excessief; extreem; flodderig; gedrukt; haveloos; heel erg; hogelijk; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; somber; ten zeerste; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; uitermate; uiterst; verdrietig; verlopen; week; zeer; zwak
miserable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armoedig; armzalig; bedonderd; belazerd; beroerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; flodderig; haveloos; lamlendig; lamzalig; luizig; meelijwekkend; miserabel; ontzettend; pover; rouwig; schamel; schooierig; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; sjofel; sjofeltjes; treurig; verdrietig; verlopen; verschrikkelijk; vreselijk
mísero armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armoedig; bekaaid; dun; er bekaaid afkomen; flodderig; geen vet op de botten hebbende; haveloos; iel; mager; pover; rouwig; schamel; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; treurig; verdrietig; verlopen
pobre armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; dun; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; geen vet op de botten hebbende; haveloos; iel; karig; krap; luizig; luttel; mager; meelijwekkend; miserabel; niet overvloedig; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; verlopen; weinig
terrible armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; barbaars; beestachtig; bruut; dreigend; eng; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; week; wreed; zeer ergerlijk; zwak
triste armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig aan een ziekte lijdend; bedroefd; bedroevend; bedrukt; deerlijk; deplorabel; droef; droefgeestig; droevig; druilerig; ellendig; ellendige; gedrukt; grauw; helaas; jammer; jammer genoeg; meelijwekkend; melancholisch; melancholische; miezerig; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pessimistisch; rouwig; sneu; somber; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; week; ziek; zwaarmoedig; zwak

Verwante woorden van "bar":


Synoniemen voor "bar":


Verwante definities voor "bar":

  1. heel erg1
    • het is bar koud vandaag1
  2. hoge toonbank in een café1
    • we dronken een pilsje aan de bar1
  3. waar je heen gaat om iets te drinken1
    • ik heb in die bar met hem afgesproken1

Wiktionary: bar


Cross Translation:
FromToVia
bar bar bar — business licensed to sell intoxicating beverages
bar bar Bar — eine Maßeinheit für den Druck; 1 bar = 105 N/m² = 105 Pa
bar austero austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
bar bar bar — Débit de boisson
bar inclemente; severo; adusto sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Computer vertaling door derden: