Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. basta:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor basta (Nederlands) in het Spaans

basta:

basta bijvoeglijk naamwoord

  1. basta (genoeg)
    suficiente; bastante

Vertaal Matrix voor basta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante aardig wat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante basta; genoeg aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; bevredigend; danig; duchtig; enigermate; enigszins; enorm; flink; fors; genoeg; genoegzaam; iets; ietwat; menig; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; stoer; sufficiënt; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; toereikend; voldoende; vrij veel; vrij wat
suficiente basta; genoeg bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende