Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bedijken (Nederlands) in het Spaans

bedijken:

bedijken werkwoord (bedijk, bedijkt, bedijkte, bedijkten, bedijkt)

  1. bedijken

Conjugations for bedijken:

o.t.t.
  1. bedijk
  2. bedijkt
  3. bedijkt
  4. bedijken
  5. bedijken
  6. bedijken
o.v.t.
  1. bedijkte
  2. bedijkte
  3. bedijkte
  4. bedijkten
  5. bedijkten
  6. bedijkten
v.t.t.
  1. heb bedijkt
  2. hebt bedijkt
  3. heeft bedijkt
  4. hebben bedijkt
  5. hebben bedijkt
  6. hebben bedijkt
v.v.t.
  1. had bedijkt
  2. had bedijkt
  3. had bedijkt
  4. hadden bedijkt
  5. hadden bedijkt
  6. hadden bedijkt
o.t.t.t.
  1. zal bedijken
  2. zult bedijken
  3. zal bedijken
  4. zullen bedijken
  5. zullen bedijken
  6. zullen bedijken
o.v.t.t.
  1. zou bedijken
  2. zou bedijken
  3. zou bedijken
  4. zouden bedijken
  5. zouden bedijken
  6. zouden bedijken
diversen
  1. bedijk!
  2. bedijkt!
  3. bedijkt
  4. bedijkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bedijken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerrar con un dique bedijken droogleggen; indammen; indijken; inpolderen
poner diques a bedijken indammen; indijken
rodear de un dique bedijken droogleggen; indammen; indijken; inpolderen