Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bejegenen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bejegenen (Nederlands) in het Spaans

bejegenen:

bejegenen werkwoord (bejegen, bejegent, bejegende, bejegenden, bejegend)

  1. bejegenen
    tratar

Conjugations for bejegenen:

o.t.t.
  1. bejegen
  2. bejegent
  3. bejegent
  4. bejegenen
  5. bejegenen
  6. bejegenen
o.v.t.
  1. bejegende
  2. bejegende
  3. bejegende
  4. bejegenden
  5. bejegenden
  6. bejegenden
v.t.t.
  1. heb bejegend
  2. hebt bejegend
  3. heeft bejegend
  4. hebben bejegend
  5. hebben bejegend
  6. hebben bejegend
v.v.t.
  1. had bejegend
  2. had bejegend
  3. had bejegend
  4. hadden bejegend
  5. hadden bejegend
  6. hadden bejegend
o.t.t.t.
  1. zal bejegenen
  2. zult bejegenen
  3. zal bejegenen
  4. zullen bejegenen
  5. zullen bejegenen
  6. zullen bejegenen
o.v.t.t.
  1. zou bejegenen
  2. zou bejegenen
  3. zou bejegenen
  4. zouden bejegenen
  5. zouden bejegenen
  6. zouden bejegenen
diversen
  1. bejegen!
  2. bejegent!
  3. bejegend
  4. bejegenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bejegenen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tratar proberen; trachten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tratar bejegenen aanpakken; aanvatten; behandelen; betrachten; iets afhandelen; onder behandeling nemen; onderuithalen; pogen; proberen; tekkelen; trachten; verzorgen

Wiktionary: bejegenen

bejegenen
verb
  1. iemand op een bepaalde wijze behandelen

Verwante vertalingen van bejegenen