Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. belangeloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor belangeloos (Nederlands) in het Spaans

belangeloos:

belangeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. belangeloos (onbaatzuchtig)
    altruista; desprendido; desinteresado

Vertaal Matrix voor belangeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
altruista belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onverplicht; onzelfzuchtig; spontaan; uit vrije wil; vrijwillig
desinteresado belangeloos; onbaatzuchtig indifferent; koelbloedig; laconiek; lauw; onbewogen; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig
desprendido belangeloos; onbaatzuchtig clement; genereus; goedgeefs; goedhartig; gul; mak; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig

Verwante woorden van "belangeloos":


Wiktionary: belangeloos

belangeloos
adjective
  1. uit liefdadigheid