Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bepantserd:
  2. bepantseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bepantserd (Nederlands) in het Spaans

bepantserd:

bepantserd bijvoeglijk naamwoord

  1. bepantserd (van beschermingen voorzien)
    blindado; armado

Vertaal Matrix voor bepantserd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blindado bepantsering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blindado bepantserd; van beschermingen voorzien beveiligd; geharnast; gepantserd; in harnas gekleed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armado bepantserd; van beschermingen voorzien bedacht; bewapend; geharnast; gepantserd; gewapend; in harnas gekleed; voorbereid

bepantseren:

bepantseren werkwoord (bepantser, bepantsert, bepantserde, bepantserden, bepantserd)

  1. bepantseren (harnassen)
    reforzar; armar; blindar

Conjugations for bepantseren:

o.t.t.
  1. bepantser
  2. bepantsert
  3. bepantsert
  4. bepantseren
  5. bepantseren
  6. bepantseren
o.v.t.
  1. bepantserde
  2. bepantserde
  3. bepantserde
  4. bepantserden
  5. bepantserden
  6. bepantserden
v.t.t.
  1. heb bepantserd
  2. hebt bepantserd
  3. heeft bepantserd
  4. hebben bepantserd
  5. hebben bepantserd
  6. hebben bepantserd
v.v.t.
  1. had bepantserd
  2. had bepantserd
  3. had bepantserd
  4. hadden bepantserd
  5. hadden bepantserd
  6. hadden bepantserd
o.t.t.t.
  1. zal bepantseren
  2. zult bepantseren
  3. zal bepantseren
  4. zullen bepantseren
  5. zullen bepantseren
  6. zullen bepantseren
o.v.t.t.
  1. zou bepantseren
  2. zou bepantseren
  3. zou bepantseren
  4. zouden bepantseren
  5. zouden bepantseren
  6. zouden bepantseren
diversen
  1. bepantser!
  2. bepantsert!
  3. bepantserd
  4. bepantserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bepantseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armar bepantseren; harnassen aandoen; berokkenen; bewapenen; in het leven roepen; maken; muziek componeren; opspannen; scheppen; spannen; veroorzaken; wapenen
blindar bepantseren; harnassen afdekken; blinderen
reforzar bepantseren; harnassen bezwaren; gewicht toevoegen; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; sterken; sterker worden; versterken; verzwaren; zwaarder maken