Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bestrooien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bestrooien (Nederlands) in het Spaans

bestrooien:

bestrooien werkwoord (bestrooi, bestrooit, bestrooide, bestrooiden, bestrooid)

  1. bestrooien (bezaaien)
    esparcir; espolvorear

Conjugations for bestrooien:

o.t.t.
  1. bestrooi
  2. bestrooit
  3. bestrooit
  4. bestrooien
  5. bestrooien
  6. bestrooien
o.v.t.
  1. bestrooide
  2. bestrooide
  3. bestrooide
  4. bestrooiden
  5. bestrooiden
  6. bestrooiden
v.t.t.
  1. heb bestrooid
  2. hebt bestrooid
  3. heeft bestrooid
  4. hebben bestrooid
  5. hebben bestrooid
  6. hebben bestrooid
v.v.t.
  1. had bestrooid
  2. had bestrooid
  3. had bestrooid
  4. hadden bestrooid
  5. hadden bestrooid
  6. hadden bestrooid
o.t.t.t.
  1. zal bestrooien
  2. zult bestrooien
  3. zal bestrooien
  4. zullen bestrooien
  5. zullen bestrooien
  6. zullen bestrooien
o.v.t.t.
  1. zou bestrooien
  2. zou bestrooien
  3. zou bestrooien
  4. zouden bestrooien
  5. zouden bestrooien
  6. zouden bestrooien
diversen
  1. bestrooi!
  2. bestrooit!
  3. bestrooid
  4. bestrooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bestrooien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esparcir bestrooien; bezaaien distribueren; ronddelen; rondstrooien; uiteenspreiden; uitreiken; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; verspreiden; verstrooien
espolvorear bestrooien; bezaaien

Wiktionary: bestrooien


Cross Translation:
FromToVia
bestrooien esparcir strew — to distribute objects or pieces of something