Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bijspijkeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijspijkeren (Nederlands) in het Spaans

bijspijkeren:

bijspijkeren werkwoord (spijker bij, spijkert bij, spijkerde bij, spijkerden bij, bijgespijkerd)

  1. bijspijkeren (goedmaken; inhalen)

Conjugations for bijspijkeren:

o.t.t.
  1. spijker bij
  2. spijkert bij
  3. spijkert bij
  4. spijkeren bij
  5. spijkeren bij
  6. spijkeren bij
o.v.t.
  1. spijkerde bij
  2. spijkerde bij
  3. spijkerde bij
  4. spijkerden bij
  5. spijkerden bij
  6. spijkerden bij
v.t.t.
  1. heb bijgespijkerd
  2. hebt bijgespijkerd
  3. heeft bijgespijkerd
  4. hebben bijgespijkerd
  5. hebben bijgespijkerd
  6. hebben bijgespijkerd
v.v.t.
  1. had bijgespijkerd
  2. had bijgespijkerd
  3. had bijgespijkerd
  4. hadden bijgespijkerd
  5. hadden bijgespijkerd
  6. hadden bijgespijkerd
o.t.t.t.
  1. zal bijspijkeren
  2. zult bijspijkeren
  3. zal bijspijkeren
  4. zullen bijspijkeren
  5. zullen bijspijkeren
  6. zullen bijspijkeren
o.v.t.t.
  1. zou bijspijkeren
  2. zou bijspijkeren
  3. zou bijspijkeren
  4. zouden bijspijkeren
  5. zouden bijspijkeren
  6. zouden bijspijkeren
diversen
  1. spijker bij!
  2. spijkert bij!
  3. bijgespijkerd
  4. bijspijkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijspijkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compensar bijspijkeren; goedmaken; inhalen belonen; betalen; bezoldigen; compenseren; goedmaken; honoreren; opwegen; salariëren; vergoeden; verrekenen
dar alcance a bijspijkeren; goedmaken; inhalen
recuperar bijspijkeren; goedmaken; inhalen aanvragen; bekomen; heroveren; herstellen; herwinnen; inhalen; inlopen; ophalen; opkrabbelen; opvragen; terugwinnen; verzoeken; vragen; zich hervinden

Wiktionary: bijspijkeren


Cross Translation:
FromToVia
bijspijkeren desempolvar brush up — to improve a rusty or underdeveloped skill