Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. borstel:
  2. borstelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor borstel (Nederlands) in het Spaans

borstel:

borstel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de borstel (haarborstel)
    el cepillo; la escoba; la melena; el mechón de cabello; el copete; la escobilla; el moño; el barrendero; el escobón; el penacho; el tupé
  2. de borstel (schuier)
    el cepillo
    • cepillo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor borstel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barrendero borstel; haarborstel bezem; straatveger; veger
cepillo borstel; haarborstel; schuier bezem; boender; offerblok; offerbus; schrobber; schuier; stoffer; veger
copete borstel; haarborstel haardos; haarkuif; kuif
escoba borstel; haarborstel bezem; schoonmaker; schrobber; veger
escobilla borstel; haarborstel afstoffer
escobón borstel; haarborstel ragebol
mechón de cabello borstel; haarborstel haardos
melena borstel; haarborstel bos haar; haar; haarbos; haardos; hoofdhaar; pluk haar
moño borstel; haarborstel dotje; haarknot; haarkuif; hanenkam; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; knuppel; kuif; vlecht; vlok; wrong
penacho borstel; haarborstel haarkuif; hanenkam; kuif
tupé borstel; haarborstel haarkuif; kuif

Verwante woorden van "borstel":

  • borstelen, borstels, borsteltje, borsteltjes

Wiktionary: borstel


Cross Translation:
FromToVia
borstel cepillo; pincel; brocha; escobilla brush — implement
borstel escobilla brush — electrical contact
borstel cepillo; brocha de afeitar brosseustensile servant à nettoyer les vêtements, les meubles, etc., et fait ordinairement d’un assemblage de poils de cochon ou de sanglier, quelquefois de crins de cheval, de brins menus de bruyère ou de chiendent, etc.

borstelen:

borstelen werkwoord (borstel, borstelt, borstelde, borstelden, geborsteld)

  1. borstelen
    cepillar

Conjugations for borstelen:

o.t.t.
  1. borstel
  2. borstelt
  3. borstelt
  4. borstelen
  5. borstelen
  6. borstelen
o.v.t.
  1. borstelde
  2. borstelde
  3. borstelde
  4. borstelden
  5. borstelden
  6. borstelden
v.t.t.
  1. heb geborsteld
  2. hebt geborsteld
  3. heeft geborsteld
  4. hebben geborsteld
  5. hebben geborsteld
  6. hebben geborsteld
v.v.t.
  1. had geborsteld
  2. had geborsteld
  3. had geborsteld
  4. hadden geborsteld
  5. hadden geborsteld
  6. hadden geborsteld
o.t.t.t.
  1. zal borstelen
  2. zult borstelen
  3. zal borstelen
  4. zullen borstelen
  5. zullen borstelen
  6. zullen borstelen
o.v.t.t.
  1. zou borstelen
  2. zou borstelen
  3. zou borstelen
  4. zouden borstelen
  5. zouden borstelen
  6. zouden borstelen
en verder
  1. ben geborsteld
  2. bent geborsteld
  3. is geborsteld
  4. zijn geborsteld
  5. zijn geborsteld
  6. zijn geborsteld
diversen
  1. borstel!
  2. borstelt!
  3. geborsteld
  4. borstelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor borstelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cepillar afschaven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cepillar borstelen afschaven; afvegen; afwissen; bezemen

Verwante woorden van "borstelen":


Wiktionary: borstelen

borstelen
verb
  1. schoonmaken met behulp van een borstel

Cross Translation:
FromToVia
borstelen cepillar brush — to untangle/arrange