Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bouwplaat:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwplaat (Nederlands) in het Spaans

bouwplaat:

bouwplaat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwplaat
    la maqueta
    • maqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bouwplaat

Vertaal Matrix voor bouwplaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maqueta bouwplaat maquette
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
panel de construcción bouwplaat

Verwante woorden van "bouwplaat":