Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. buidels:
  2. buidel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buidels (Nederlands) in het Spaans

buidels:

buidels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de buidels (buidelzakken)
    la bolsas; el monederos
    • bolsas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • monederos [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de buidels (portemonnees)
    el monederos

Vertaal Matrix voor buidels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bolsas buidels; buidelzakken tassen; zakken
monederos buidels; buidelzakken; portemonnees

Verwante woorden van "buidels":


buidels vorm van buidel:

buidel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buidel (zak)
    el bolsillo sesgado; el bolsillo; el bolso; el bolsillo del pantalón

Vertaal Matrix voor buidel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bolsillo buidel; zak jaszak
bolsillo del pantalón buidel; zak broekzak; steekzak; zak
bolsillo sesgado buidel; zak broekzak; steekzak; zak
bolso buidel; zak damestas; damestasje; handtas; tas; tasje; zak

Verwante woorden van "buidel":