Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. component:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor component (Nederlands) in het Spaans

component:

component [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de component (basisbestanddeel; onderdeel; deel; )
    el elemento básico; el componente fundamental
  2. de component

Vertaal Matrix voor component:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
componente fundamental basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
elemento básico basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk basiselement; basismateriaal
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
subárbol component substructuur

Verwante woorden van "component":

  • componenten