Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
confesión
|
bekennen; biecht; confessie
|
bekentenis; belijdenis; geloofsbekentenis; geloofsbelijdenis; gemoedsuiting; ontboezeming
|
convicciones
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
filosofie; geloof; godsdienst; religie; wijsbegeerte
|
convicción religiosa
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
geloof; godsdienst; religie
|
creencia
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
confidentie; droombeeld; fiducie; geloof; godsdienst; hersenschim; illusie; religie; schijnbeeld; vertrouwen; waan
|
creencias
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
filosofie; geloof; godsdienst; religie; wijsbegeerte
|
crédito
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
bezit; bezitting; bezittingen; credit; eigendom; geldlening; geldverstrekking; goederen; have; hypotheek; krediet; kredietverlening; lening
|
culto
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
aanbidden; beschaafde; cultus; eerbied; eerbiedigen; geloof; godsdienst; godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid; godsverering; religie; verering; verheerlijking; verheffen
|
doctrina
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstelsel; leerstuk; leersysteem; lering
|
inclinación
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
afgang; berm; buiging; declinatie; dijkhelling; draaiing; genegenheid; geneigdheid; gerichtheid; gerichtheid op; gezindheid; glooiing; hang; helling; inclinatie; inzakking; kromming; neiging; nijging; oriëntatie; oriëntatie op; overtuiging; scheefheid; scheefte; schuinheid; schuinte; steilte; talud; tendentie; vaststaande mening
|
religión
|
confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
|
geloof; godsdienst; religie
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
culto
|
|
alcoholisch; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geestrijk; geleerd; geschoold; netjes; onderwezen; ontwikkeld; rijk aan alcohol; welgemanierd; welopgevoed
|