Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. cultus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cultus (Nederlands) in het Spaans

cultus:

cultus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cultus
    el culto
    • culto [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cultus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
culto cultus aanbidden; beschaafde; confessie; eerbied; eerbiedigen; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; godsdienst; godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid; godsverering; religie; verering; verheerlijking; verheffen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
culto alcoholisch; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geestrijk; geleerd; geschoold; netjes; onderwezen; ontwikkeld; rijk aan alcohol; welgemanierd; welopgevoed

Verwante woorden van "cultus":

  • cultussen

Wiktionary: cultus

cultus
noun
  1. verering van een godheid, godsverering, eredienst