Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. daags:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daags (Nederlands) in het Spaans

daags:

daags bijvoeglijk naamwoord

  1. daags
    de todos los días; al día; diario; de cada día

Vertaal Matrix voor daags:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario courant; dagblad; dagboek; journaal; krant; logboek; nieuwsblad; nieuwsjournaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
al día daags actueel; bijdetijds; contemporain; eigentijds; hedendaags; hedendaagse; huidig; modern; tegenwoordig; van nu; van vandaag
de cada día daags
de todos los días daags
diario daags dagelijks; dagelijkse

Verwante woorden van "daags":

  • daagse

Wiktionary: daags


Cross Translation:
FromToVia
daags de todos los días; adocenado journalier — (term, Par substantivation) personne qui travaille à la journée.
daags diario; adocenado; cotidiano quotidien — De chaque jour. (Sens général).