Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. debet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor debet (Nederlands) in het Spaans

debet:

debet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de debet (bankschuld; tekort; tekortsaldo)
    la deuda bancaria; el debe; el débito; el saldo negativo; el déficit

debet

  1. debet
    el débito
    • débito [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor debet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debe bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo
deuda bancaria bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo
débito bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo
déficit bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo deficit; gebrek; krapte; schaarsheid; schaarste; tekort
saldo negativo bankschuld; debet; tekort; tekortsaldo negatief saldo

Wiktionary: debet

debet
noun
  1. boekhouding|nld actiefzijde, linkerzijde van de balans met bezittingen en vorderingen

Cross Translation:
FromToVia
debet debe débitvente continue, répéter, surtout au détail.