Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. detailhandelaren:
  2. detailhandelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor detailhandelaren (Nederlands) in het Spaans

detailhandelaren:

detailhandelaren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de detailhandelaren (detaillisten; kleinhandelaren)
    el minoristas; el detallistas; el comerciantes detallistas

Vertaal Matrix voor detailhandelaren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comerciantes detallistas detailhandelaren; detaillisten; kleinhandelaren
detallistas detailhandelaren; detaillisten; kleinhandelaren
minoristas detailhandelaren; detaillisten; kleinhandelaren

Verwante woorden van "detailhandelaren":


detailhandelaren vorm van detailhandelaar:

detailhandelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de detailhandelaar (detaillist; kleinhandelaar; middenstander)
    el detallista; el minorista

Vertaal Matrix voor detailhandelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
detallista detailhandelaar; detaillist; kleinhandelaar; middenstander detailhandelaarster; detailliste; kleinhandelaarster; kleinhandelares; middenstander; wederverkoper; winkelier
minorista detailhandelaar; detaillist; kleinhandelaar; middenstander detailhandelaarster; detailliste; kleinhandelares; middenstander; winkelier

Verwante woorden van "detailhandelaar":


Computer vertaling door derden: