Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drek (Nederlands) in het Spaans

drek:

drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de drek (poep; schijt; stront; kak)
    la mierda; la caca; el excrementos; el estiércol; la caguada; la cagarruta; la heces fecales
  2. de drek (smurrie; prut)
    el lodo; la suciedad; la bahorrina
    • lodo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bahorrina [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de drek (vuilnis; huisvuil; voddengoed; )
    la basura
    • basura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor drek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bahorrina drek; prut; smurrie
basura afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis afval; bocht; flut; rotzooi; slechte drank; straatvuil; vuilnis
caca drek; kak; poep; schijt; stront beer; drol; excrementen; fecaliën; feces; hoop; keutel; poephoop; stronthoop; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen
cagarruta drek; kak; poep; schijt; stront poephoop
caguada drek; kak; poep; schijt; stront
estiércol drek; kak; poep; schijt; stront gier; mest; vloeibare mest
excrementos drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
heces fecales drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
lodo drek; prut; smurrie
mierda drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
suciedad drek; prut; smurrie drab; goorheid; groezeligheid; morsigheid; obsceniteit; onzindelijkheid; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basura iets dat waardeloos is; snert
cagarruta babbelziek; loslippig
mierda tering; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt

Computer vertaling door derden: