Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eigen (Nederlands) in het Spaans
eigen:
-
eigen (inherent)
inherente a-
inherente a bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (van nature aanwezig; aangeboren; natuurlijk)
innato; natural; por naturaleza-
innato bijvoeglijk naamwoord
-
natural bijvoeglijk naamwoord
-
por naturaleza bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eigen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
innato | naturel | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | in eigendom hebben | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inherente a | eigen; inherent | autochtoon; inheems; inlands |
innato | aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig | aangeboren; ingeboren |
natural | aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig | 'tuurlijk; allicht; automatisch; bijgevolg; dus; in een handomdraai; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongecultiveerd; ongedwongen; ongekunsteld; onontgonnen; onontkomelijk; onvermengd; puur; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel; zuiver |
por naturaleza | aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig |