Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fik (Nederlands) in het Spaans

fik:

fik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fik (brand; vuur)
    el fuego; el incendio
    • fuego [el ~] zelfstandig naamwoord
    • incendio [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuego brand; fik; vuur drift; felheid; genoegen; genot; haardvuur; hartstocht; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; lust; passie; vuur; vuurtje; wellust
incendio brand; fik; vuur brand

Verwante woorden van "fik":


Verwante vertalingen van fik