Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. friemelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor friemelen (Nederlands) in het Spaans

friemelen:

friemelen werkwoord (friemel, friemelt, friemelde, friemelden, gefriemeld)

  1. friemelen (frunniken; foezelen)
    manosear

Conjugations for friemelen:

o.t.t.
  1. friemel
  2. friemelt
  3. friemelt
  4. friemelen
  5. friemelen
  6. friemelen
o.v.t.
  1. friemelde
  2. friemelde
  3. friemelde
  4. friemelden
  5. friemelden
  6. friemelden
v.t.t.
  1. heb gefriemeld
  2. hebt gefriemeld
  3. heeft gefriemeld
  4. hebben gefriemeld
  5. hebben gefriemeld
  6. hebben gefriemeld
v.v.t.
  1. had gefriemeld
  2. had gefriemeld
  3. had gefriemeld
  4. hadden gefriemeld
  5. hadden gefriemeld
  6. hadden gefriemeld
o.t.t.t.
  1. zal friemelen
  2. zult friemelen
  3. zal friemelen
  4. zullen friemelen
  5. zullen friemelen
  6. zullen friemelen
o.v.t.t.
  1. zou friemelen
  2. zou friemelen
  3. zou friemelen
  4. zouden friemelen
  5. zouden friemelen
  6. zouden friemelen
diversen
  1. friemel!
  2. friemelt!
  3. gefriemeld
  4. friemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor friemelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manosear foezelen; friemelen; frunniken betasten; bevoelen; vingeren; voelen

Computer vertaling door derden: