Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. geïmiteerd:
  2. imiteren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geïmiteerd (Nederlands) in het Spaans

geïmiteerd:

geïmiteerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geïmiteerd (nagemaakt; nagebootst)
    copiado; imitado; falsificado

Vertaal Matrix voor geïmiteerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiado geïmiteerd; nagebootst; nagemaakt afgedrukt; afgekeken; afgeschreven; afgezien; geprint; gespiekt; overgeschreven
falsificado geïmiteerd; nagebootst; nagemaakt achterbaks; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; kwaadwillig; leep; listig; met slechte intentie; nagemaakt; nep; onecht; onwaar; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; vervalst
imitado geïmiteerd; nagebootst; nagemaakt

Verwante woorden van "geïmiteerd":

  • geïmiteerde

geïmiteerd vorm van imiteren:

imiteren werkwoord (imiteer, imiteert, imiteerde, imiteerden, geïmiteerd)

  1. imiteren (navolgen; nadoen; nabootsen)
    seguir

Conjugations for imiteren:

o.t.t.
  1. imiteer
  2. imiteert
  3. imiteert
  4. imiteren
  5. imiteren
  6. imiteren
o.v.t.
  1. imiteerde
  2. imiteerde
  3. imiteerde
  4. imiteerden
  5. imiteerden
  6. imiteerden
v.t.t.
  1. heb geïmiteerd
  2. hebt geïmiteerd
  3. heeft geïmiteerd
  4. hebben geïmiteerd
  5. hebben geïmiteerd
  6. hebben geïmiteerd
v.v.t.
  1. had geïmiteerd
  2. had geïmiteerd
  3. had geïmiteerd
  4. hadden geïmiteerd
  5. hadden geïmiteerd
  6. hadden geïmiteerd
o.t.t.t.
  1. zal imiteren
  2. zult imiteren
  3. zal imiteren
  4. zullen imiteren
  5. zullen imiteren
  6. zullen imiteren
o.v.t.t.
  1. zou imiteren
  2. zou imiteren
  3. zou imiteren
  4. zouden imiteren
  5. zouden imiteren
  6. zouden imiteren
en verder
  1. ben geïmiteerd
  2. bent geïmiteerd
  3. is geïmiteerd
  4. zijn geïmiteerd
  5. zijn geïmiteerd
  6. zijn geïmiteerd
diversen
  1. imiteer!
  2. imiteert!
  3. geïmiteerd
  4. imiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor imiteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seguir imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen aanhouden; achternagaan; achternalopen; bijhouden; continueren; doorgaan; doorwerken; een stapje verder gaan; gehoorzamen; gevolg geven aan; komen na; luisteren; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; prolongeren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten

Wiktionary: imiteren

imiteren
verb
  1. doen wat iemand anders doet

Cross Translation:
FromToVia
imiteren imitar; remedar ape — imitate
imiteren imitar imitate — to follow as a model
imiteren imitar; remedar mock — to mimic
imiteren imitar imitieren — etwas nach dem Muster, Vorbild von etwas Anderem tun
imiteren imitar imiter — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: