Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal gerechtigheid

Vertaal gerechtigheid van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

gerechtigheid:
- derecho; justicia; razón
Wiktionary:
- gerechtigheid → justicia
- gerechtigheid → justedad, justicia, justeza

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gerechtigheid (Nederlands) in het Spaans

gerechtigheid:

gerechtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de gerechtigheid (recht)
el derecho; la justicia; la razón
- derecho [el ~] zelfstandig naamwoord
- justicia [la ~] zelfstandig naamwoord
- razón [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gerechtigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
derecho	gerechtigheid; recht	forehand; gewoonterecht; recht
justicia	gerechtigheid; recht	billijkheid; eigenschap van rechtvaardigheid; gegrondheid; gerechtigdheid; justitia; justitie; recht; rechterlijke macht; rechtspleging; rechtspraak; rechtswezen; rechtvaardigheid; redelijkheid; schappelijkheid
razón	gerechtigheid; recht	aanleiding; basis; basislijn; beginsel; beweegreden; bewustzijn; billijkheid; brein; denkvermogen; drijfveer; fundament; fundering; geest; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; hersens; inleiding; introductie; inzicht; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; motief; motivatie; oorzaak; principe; proloog; rede; redelijkheid; reden; relatie; schappelijkheid; uitgangspunt; uitgangsvorm; verhouding; verkering; vernuft; veronderstelling; veroorzaking; verstand; vertrekpunt; voorbericht; voorwoord
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
derecho		direct; duidelijk; kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; overeind; recht; recht door zee; rechtdoor; rechtop; rechtopstaand; rechtuit; regelrecht; staand

Verwante woorden van "gerechtigheid":

gerechtigheden

Wiktionary: gerechtigheid

gerechtigheid

noun

het handelen of behandeld worden volgens bepaalde normen aangaande wat recht en eerlijk is
- gerechtigheid → justicia

Cross Translation:

From	To	Via
• gerechtigheid	→ justedad; justicia; justeza	↔ justice — state of being just or fair
• gerechtigheid	→ justicia	↔ Gerechtigkeit — Einstellung, Prinzip, Zustand, bei denen jede Person das erhalten, was ihr zustehen